Eindstand deze avond
1: Ben
2: Geert
3: Ria
‘Fre, naar welke kant moet het streepje op jouw e?’
‘Naar rechts.’
‘Is dat een accent grave of accent cirkelzaag?’
‘Accent circonflexe is dat krulletje onder de tweede c van Curaçao.’
‘Fré, dat is met accent aigu.’
Samen met Socrates stond ik even stil bij één van de grote levensvragen. Als Filosofisch Practicus voelde ik mij vereerd om dit te mogen doen met één van de grondleggers van de Westerse Filosofie. Maar laten we even terugspoelen, want ik val binnen aan het einde van de avond. Van tevoren was ik benieuwd en stiekem een beetje bezorgd, want waar moest ik ditmaal over schrijven? Is elke avond niet hetzelfde? Dat klopt, elke avond is niet hetzelfde, zo bleek maar weer.
Oostland was er weer en bij aanvang van ronde één en twee verraste hij eerst mij en daarna Douwe door hetzelfde nummer om te draaien welke naar je stoel aan tafel verwijst. Een verrassend man. Geert kwam even persoonlijk bij me langs om mij te bedanken voor het verslag. Hij vond het zo mooi, hij had er van opwinding twee nachten niet van kunnen slapen. Ria vroeg wat dit voor geroezemoes was. ‘Even een grapje onderons,’ zei Geert. Ik had geen idee of hij nu grapte of serieus was. Durf hem bijna niet meer te benoemen in het verslag.
Op zoek naar verhalen bezocht ik in de pauze maar even de rokers. Daar kom ik anders nooit, maar nu had ik kleingeld voor de verloting uit de auto gevist en ik passeerde hen op de terugweg. Best gezellig even zo’n frisse neus halen, ik begon de rokers bijna te begrijpen. Onderling wordt hier de stand van zaken opgenomen en aan Ben z’n gemoster kun je vernemen hoe goed het gaat.
De verloting! Na ronde twee vindt altijd de verloting plaats en dankzij Harrie had ik precies drie euro (na de zoektocht in de auto kwam ik 15 cent tekort). De rillingen sidderden over m’n rug van spanning, want als je geen geluk had zoals ik in het spel, maakte je hier ruim kans om nog een prijs te pakken! Geert ging rond met de grabbelton en een ieder voelde zich uitverkoren als hij je liet grabbelen. ‘Ha Ab Bening, ben jij er ook weer!’ ‘Ik ben er al een uur hoor,’ antwoordde Ab verbaasd. In het begin leek Marten er met de meeste prijzen vandoor te gaan, op de voet gevolgd door Sander en Oostland, maar Sander zette een eindsprint in en ging er met de overwinning vandoor. Joost maakte zich ondertussen druk over het gegrabbel van Harrie Sanders. ‘Hij pakt eerst zes loten en gooit dan vijf terug!?’ En Arend volgde Joost z’n advies op door voor zichzelf een prijs te trekken. Over Joost gesproken, hij hield zich jammer genoeg aardig rustig. De laatste ronde begon rumoerig en dat lag niet aan hem. De menigte liet mij achter zijn rug om weten zeer op zijn karakter gesteld te zijn. ‘Maar sst, dat moet hij niet te horen krijgen. Hij is zo rustig nu.’ Direct kwam daar verandering in: ‘Alfons, zet in het verslag de ‘Willekes troef’!’ riep die van drie tafels verderop. ‘Ah, daar is die weer,’ werd er gegrinnikt.
Ach en zo was er nog veel meer te vermelden. Iemand die geheel anoniem wil blijven benoemde met z’n nieuwe heup het ‘op de rug liggen’ eens uit te gaan proberen, maar zei vervolgens niks meer toen ik notities begon te maken voor het verslag. De praat werd gekker naarmate de avond ouder werd. Ik opperde dat het mij fantastisch leek om later samen met m’n vrienden in het bejaardentehuis te wonen. Samen gamen en een borrel drinken. ‘Later met de 3d bril moet porno kijken te gek zijn!’ en Hein benoemde dat het dan waarschijnlijk in 4d of 5d is. ‘Dan trilt je stoel en ruik je vis.’
Waar ik door werd verrast deze avond was de glinstering in Fré z’n ogen toen hij sprak over een mooie tijd in z’n leven, als politieagent in Klazienaveen. Dat was het meest waardevolle van de hele avond, die glinstering in z’n ogen. Hij benoemde vroeger kruisjassen te hebben gespeeld en canasta. Daar lag de grootste troef van de avond – het leren kennen van de ander. Daar zijn de klaverjas avonden debet aan. Mooi!